Veel mensen hebben al heel jong in hun leven geleerd om te ‘overleven’. Er zijn vaak situaties in hun leven geweest die hen als klein kind al min of meer dwongen om in die stand te gaan. Als bijvoorbeeld een van je ouders overlijdt als je klein bent en de andere ouder is zelf zo van streek dat hij of zij niet meer in staat is emotioneel adequaat voor de kinderen te zorgen, dan moet het kind zichzelf helpen. Het kiest dan onbewust een manier om zelf ook door en verder te kunnen. En een van de veel gebruikte strategieën van kinderen is om te vermijden te voelen en vooral vanuit het hoofd, het denken te gaan leven. Die strategie dient hen meestal ook lange tijd. Het helpt om door te gaan, waar stoppen geen goede optie omdat je als kind niet weet wat je tegenkomt als je gaat voelen en er is niemand die je leert hoe je met een dergelijke situatie om kunt gaan.
Overlevingsmechanisme
Dit 'overleven' is ook een overlevingsmechanisme van het lichaam, dat soms de fysieke stofjes nog niet geleerd heeft te maken om bepaalde ervaringen te kunnen verwerken. En ons lichaam is wijs. Veel wijzer dan wij ons kunnen voorstellen. En veel wijzer ook dan ons in onze opvoeding en condtionering geleerd is en wordt. Want het lichaam zorgt ervoor dat we die ervaringen een soort van 'bewaren' voor later. Zodat we later in ons leven alsnog kunnen gaan verwerken wat destijds niet verwerkt kon worden. Het bewaart de gebeurtenis in de vorm van een energetische lading in ons lichaam, in ons systeem. En het lichaam zorgt ervoor dat je later in je leven via deze opgeslagen energie/blokkades de lading opnieuw oproept zodat je hem alsnog kunt gaan verwerken. In de volksmond praten we dan over triggers. Dat wat je triggert in bepaalde situaties of mensen is een vorm van 'oud zeer', oude lading die je nog bij je draagt en die nog verwerkt wil worden.
Kind blijven
Je kunt het zo zien dat als je dergelijke impactvolle gebeurtenissen hebt meegemaakt dat je op dat punt als het ware kind blijft. Iedereen, ook heel zorgvuldig opgevoede kinderen met een gelukkige jeugd, maakt traumatische ervaringen mee. Ervaringen die vanuit het kind bekeken pijnlijk zijn. Zo pijnlijk dat het kind er geen weg mee weet. Als de bijbehorende emoties in die situatie en periode gewoon geuit en geleefd mogen en kunnen worden, dan houdt het kind er meestal niets aan over. Maar soms is die situatie hoe goedbedoeld de ouders er ook mee omgaan niet wat het kind nodig heeft. Nu moet je bij traumatische ervaringen niet alleen maar denken aan die hele grote en zware gebeurtenissen. Want een kind dat zijn moeder kwijt raakt in een grote winkel wordt over het algemeen erg bang. En kan soms zelfs in paniek raken. Door de ogen van een volwassene bekeken is dat vaak niet zo dramatisch. Maar een klein kind kan die situatie nog niet overzien en is voor zijn overleving afhankelijk van zijn vader/moeder. Als vader of moeder bij het terugvinden van het kind dan ook nog het gevoel van het kind ontkent of bagatelliseert, dan kan het kind die ervaring niet verwerken. Het blijft dan alleen in zijn ervaring en zal deze niet verwerkte ervaring opslaan in zijn systeem om hem later in zijn leven alsnog te kunnen gaan verwerken.
Niet gevoelde en geleefde pijn
Het kind neemt die pijnlijke ervaring mee naar de volwassenheid als een verdrongen ervaring en een verdrongen emotie. Dat wil zeggen de pijn, het verdriet, de boosheid of welke willekeurige andere emotie dan ook maar is niet geleefd, niet gevoeld en geuit. Het gevolg daarvan is dat de gebeurtenis en de daarbij behorende emotie ondergronds gaat. Hij is niet weg, maar zit op een gegeven moment niet meer in je bewustzijn. Maar vanuit je onbewuste oefent hij nog steeds invloed op je leven uit. Dat gebeurt in de vorm van wat wel sporen genoemd wordt. Die sporen zijn ervaringen die op een bepaalde manier lijken op de oorspronkelijke ervaring. Als er iets spannends gebeurt in het leven van een kind en op dat moment rijdt er een motor langs of er is een druppende kraan, dan kan jaren later een voorbij rijdende motor of druppende kraan de oude ervaring en bijbehorende emoties oproepen en je laten reageren vanuit die 'kind' positie.
Uit balans
Niet geuite en geleefde gebeurtenissen en emoties willen geuit en geleerd en verwerkt worden. Wat je onbewuste daarom doet is situatie en mensen aantrekken die een vergelijkbare emotie oproepen. Met daarin aan jou de uitnodiging alsnog naar die situatie die je als kind niet kon verwerken te gaan en voelen wat daar gevoeld en geleefd wil worden. Je onbewuste wil dat het systeem en daarmee jij in balans is. En in balans zijn betekent dat je je onverwerkte emoties hebt verwerkt. Doe je dat niet, dan zul je je regelmatig uit balans en getriggerd voelen.
Op een ander projecteren
Het leven brengt je dan in situaties waar je juist niet wilt zijn, maar die een boodschap voor je hebben. Alleen is de praktijk vaak zo dat je het gaat vermijden om te kijken naar de boodschap onder de boodschap. Je wilt die pijn, de angst, de boosheid, etc. niet voelen. En daarom ‘projecteer’ je het maar liever op de ander.
Hij houdt geen rekening met mij
Stel je hebt een partner die geen of weinig rekening houdt met jouw grenzen. Je kunt dan aan de oppervlakte blijven kijken en je partner beschuldigen en al of niet ruzie maken over dat gegeven. Of je vraagt jezelf af hoe het komt dat jij een partner uitkiest die dergelijk gedrag vertoont.
Dominante vader
Ik zal het proberen te verduidelijken aan de hand van een voorbeeld van mezelf. Mijn vader was een zeer dominante man die mij als kind zijnde ook wel sloeg. Ik was op een bepaalde manier bang voor mijn vader. Hoewel ik als volwassene nu weet dat hij het ook niet beter kon dan hij deed, was het voor mij als kind wel beangstigend. Ik koos als overlevingsmechanisme ervoor om de strijd aan te gaan (veel anderen kiezen voor vluchten) Ik botste daarom veel en vaak met mijn vader. Die situatie was voor mij als kind zijnde geen veilige basis. De manier waarop ik besloot er mee om te gaan was kiezen voor ‘boosheid’. Want boosheid was voor mij beter te verdragen dan de pijn en het verdriet. Pijn en verdriet omdat ik dacht dat mijn vader niet van mij hield. Dat wilde ik als kind niet voelen. Want dat deed veel te veel pijn.
Verliefd op 'foute' mannen
Door het niet voelen ging mijn onbewuste op latere leeftijd toch op zoek naar situaties waarin ik uitgenodigd werd om dit patroon te doorleven. Het leven liet mij verliefd worden op een man die dit patroon in mezelf activeerde. Maar daar was ik heel lang niet toe bereid om naar te kijken. Ik was meer bezig met wat er allemaal aan mijn partner mankeerde. Liever dan dat ik ging voelen wat ik voelde. Maar zolang ik niet bereid was te kijken naar mezelf en te voelen wat ik voelde, werd mijn situatie alleen maar vervelender. Pas toen ik bereid was de pijn te voelen, kon dat deel in mezelf geheeld worden en hoefde ik geen ‘foute’ man meer aan te trekken.
Mededogen
En als ik nu andere mensen zie in een vergelijkbare situatie kan ik alleen maar vanuit mededogen naar hen kijken. Ik weet welke weg ze nog te gaan hebben. Want door juist wel je oude ‘rotzooi’ op te ruimen, bouw je aan je eigen geluk. Geluk dat je niet uit je buitenwereld haalt, maar wat stil in jezelf ligt te wachten totdat jij het komt halen. Als jij bereid bent te voelen, dan ligt daar aan het eind van de regenboog ook voor jou een pot goud te wachten. Daarom nodig ook ik je samen met het leven uit: voel wat je voelt en vraag jezelf bij iedere lastige situatie af: Als toeval niet bestaat, wat heeft deze situatie mij dan te zeggen?
Leuk of waardevol artikel?
Als je dit artikel waardevol vindt voor je zelfvertrouwen, balans of innerlijke rust help dan mee dit te verspreiden door het te delen met andere vrouwen. Dit kan o.a. door middel van de social media knoppen. Ik vind het altijd fijn als je een reactie achterlaat.