Ik hoor er niet bij
Gastartikel door Tineke
Ze vinden mij niet leuk
Sinds de van de basisschool heb ik er last van: mensen waarvan ik denk dat ze naar me kijken, over me praten en me veroordelen. Zodra ik langs iemand loop op straat, in de bus of trein zit, een winkel naar binnen loop, overal waar ik kom voel ik een bepaalde angst. De angst dat mensen me vooroordelen.
Gepest
Ik ben een aantal keer verhuisd in mijn leven, waardoor ik op drie verschillende basisscholen heb gezeten. Op de tweede basisschool kwam ik nieuw en ik hoorde er vrijwel meteen niet bij. Ik werd gepest. Ik heb in die periode veel gehuild en gedacht: Waarom kan mijn leven niet zijn als die van anderen? Waarom ik? Waarom sluiten ze mij buiten? Ik had altijd één vriendinnetje die net als ik buitengesloten werd. Samen brachten we iedere pauze door en konden we met elkaar delen wat er op school gebeurde.
Lelijk
Door de pestervaring ben ik mezelf lelijk gaan vinden. Mijn haar, vond ik altijd vreselijk lelijk zitten na een fietstocht naar school. En mijn neus, vond ik ontzettend lelijk. Dit klinkt raar, maar ik dacht altijd: "Wat als ik ooit voor het eerst zoen met een jongen? Als hij me van dichtbij ziet knapt hij af op mijn neus!" Ik vond mezelf lelijk.
Herbeleving
Sinds ik op deze basisschool gepest ben, en opnieuw verhuisde waardoor ik naar een andere basisschool moest, heb ik een soort angst ontwikkeld. De angst dat mensen mij beoordelen en veroordelen. Iedere pauze op deze nieuwe school ging ik niet doen wat ik écht wilde doen: Omgaan met de populaire kinderen die allemaal spelletjes deden buiten. In plaats daarvan ging ik buiten staan met mijn 'vriendinnen' die ik had uitgekozen omdat ze me een soort veiligheid boden: Ik vond ze saai. Het waren meisjes waar ik eigenlijk niks mee had, meisjes die het beste konden leren van de klas, saaie brave meisjes. Maar voor mij voelde dit veilig. Ik wilde niet veroordeeld worden door de populaire kinderen of opnieuw gepest worden. Ik denk dat dit de reden was, achteraf. Ondertussen verlangde ik ernaar om ook een van die populaire kinderen te worden, de mensen waar ik eigenlijk meer bij paste.
Populair
In de eerste klas van de middelbare school ging er een nieuwe wereld voor mij open. Ik was populair, ik hoorde bij het populaire meidengroepje van de school, en er waren veel jongens die verkering met mij wilde. Ik voelde me in die tijd fantastisch! Ik was gelukkig en voelde dat ik erbij hoorde.
Angst voor afwijzing
Toch merkte ik dat ik op de middelbare school en in mijn studententijd continu bezig was met wat andere mensen van mij denken. Voornamelijk als ik op straat liep, of ergens anders in de buitenwereld was. Ik merkte het ook in gesprekken, ik durfde mensen wel aan te spreken, maar wist vervolgens totaal niet waar ik het over moet hebben. Ik voelde een ontzettende angst om afgewezen te worden. "Wat zullen ze wel niet van me denken?" Is de vraag die regelmatig door mijn hoofd schoot als ik weer eens in de buitenwereld was. Ook het geven van een presentatie, of iets zeggen in een groep, vond ik (en vind ik nog wel) heel eng. Ik voel op zo'n moment de adrenaline door mijn lichaam stromen van angst. Op straat of in de bus was ik er continu mee bezig: "Zie ik er wel goed uit?" "Ze lacht, lacht ze me uit?" "Kom ik niet raar over?" Ik had door mijn pestverleden een sociale angst ontwikkeld.
Vastgelopen
Op een gegeven moment in mijn leven liep ik vast. Ik werd gek van mezelf, van dat ik zo bezig was met wat anderen van me dachten. Ik wilde me weer voelen als dat meisje op de middelbare school, dat ik gelukkig zou zijn en ergens bij hoorde.
Ik kwam erachter dat het niet mensen zijn die mij veroordelen, maar dat ik dat zelf ben. En dat was een flinke klap in mijn gezicht. Hoe kon ik mezelf zoveel pijn aandoen door mezelf geen liefde te geven maar angst? Hoe kon ik mezelf zo veroordelen dat ik me niet meer ontspannen in een sociale situatie kon begeven? Het deed veel pijn toen ik erachter kwam dat ik mezelf zo tekort had gedaan.
Gedachten uitdagen
Ik ontdekte dat ik de gedachten die ik dus zelf had gecreëerd, ook weer kon ombuigen naar iets helpends. Dit deed ik door middel van het uitdagen van mijn gedachten. Ik had bijvoorbeeld de gedachte: "Ze vinden me niet leuk." Dat is een gedachten vol met angst. Onder die gedachte schuilt een overtuiging: "Ik ben niet goed en leuk zoals ik ben." Vervolgens ging ik mijn gedachten uitdagen.
Gedachte: Ze vinden me niet leuk
Deze gedachte daagde ik uit door op papier te zetten wat mijn gedachte ondersteunt, en wat hem verwerpt. Dus, voor en tegen.
Voor: Ik ben vroeger gepest, dus toen vonden ze me niet leuk.
Tegen: Ik heb vriendinnen, waarvan ik weet dat ze me leuk vinden. Ik heb een vriend, die mij leuk vindt. Mijn familie vind mij leuk. Ik ben leuk gekleed en zie er leuk uit.
Vervolgens probeerde ik aan de hand van de bewijzen tegen, een helpende gedachte voor mezelf te formuleren. Ik kwam uit op:
Ik ben goed zoals ik ben
Ik merkte dat ik het in het begin lastig vond om bewijzen te vinden voor dat mijn gedachte niet klopte. Ik was er sterk van overtuigd dat ik niet leuk was. Maar uiteindelijk kwam ik erachter dat het eigenlijk helemaal niet waar was wat ik dacht. Als jij ook je gedachten op papier zet, zul je erachter komen dat veel van je gedachten niet gebaseerd zijn op de werkelijke feiten. Al kunnen ze in je hoofd nog zó waar zijn. Deze ontdekking was een bevrijding voor mij, ik ontdekte dat ik dus toch niet zo vervelend was als ik dacht.
Bevrijding
Naarmate de tijd verstreek en ik vaker mijn gedachten op papier zette, en ze vervolgens uitdaagde, voelde ik me bevrijd. Bevrijd van mijn gedachten. Ik was zelfs zover gekomen dat ik op het moment dat er weer zo'n nare gedachte opkwam, ik hem gelijk de kop kon snoeren door alles te relativeren: "Klopt mijn gedachte wel? Heb ik bewijzen voor dat deze gedachte klopt? Wat zou mijn vriend of vriendinnen hierover zeggen, zou(den) zij/hij zeggen dat het klopt wat ik denk?" Ik kwam er natuurlijk iedere keer achter dat mijn gedachten niet kloppen. Wat een bevrijding is. Ik heb nog wel af en toe zo'n nare gedachte waar ik niet uitkom, maar dan herinner ik mezelf weer: Relativeer en bedenk een helpende gedachte.
Zoek bewijs!
Dit kun jij ook doen met je gedachten. Zet je gedachte op scherp door bewijzen te zoeken voor je gedachte. Vind je die niet? Dan kun je constateren dat het in jóuw hoofd zit en niet op feiten berust. Dan kun je vervolgens een helpende gedachte voor jezelf formuleren en deze iedere keer als die negatieve gedachte weer opkomt, hiermee afrekenen door je helpende gedachte een aantal keer te denken. En bewijzen op te sommen die deze helpende gedachte ondersteunt. Wat ook goed helpt bij negatieve gedachten over jezelf is het navragen bij een ander die je vertrouwt. Die je gelooft als hij/zij zegt dat je gedachte niet waar is.
Zelfvertrouwen voor vrouwen
Als zelfvertrouwen nog niet zo vanzelfsprekend voor je is, meld je dan vandaag nog aan voor de 12 weekse online training Zelfvertrouwen voor Vrouwen (ook voor mannen geschikt :-)). Met iedere week een extra bonus. Alle lessen zijn niet alleen te lezen, maar ook te beluisteren of te kijken en te luisteren, mocht je geen 'lezer' zijn.
Gratis e-book Liever Assertiever downloaden?
Meer informatie over hoe je grenzen stelt en goed voor jezelf kunt zorgen zonder de ander daarbij uit het oog te verliezen? Vraag dan mijn gratis E-book Liever Assertiever aan!
Leuk of waardevol artikel?
Als je dit artikel waardevol vindt, help dan mee dit te verspreiden door het te delen met andere vrouwen. Dit kan o.a. door middel van social media knoppen. Ik vind het ook altijd fijn als je een reactie achterlaat. Wat is jouw eerste stap om beter voor jezelf te zorgen?